Aspecifieke lage rugpijn

Heeft u last van:

  • Pijn in het gebied tussen de onderste ribben en de bilplooi?
  • Uitstralende pijn in een bil of been?
  • Beperkingen in activiteiten als bukken, tillen, zitten en/of staan?
  • Een gevoel van stijfheid in de rug?
  • Een gevoel van zwakte van de rug?
  • Veel kraken of het zelf makkelijk kunnen kraken van de rug?

Mogelijk heeft u last van aspecifieke lage rugpijn.

Aspecifieke lage rugpijn is rugpijn die zich bevindt tussen de onderste ribben en bilplooien (eventueel met uitstraling in het been) waarvoor geen specifieke lichamelijke oorzaak op betrouwbare wijze kan worden aangetoond. Bij de diagnostiek wordt zo goed mogelijk onderscheid gemaakt tussen aspecifieke lage rugpijn, specifieke lage rugpijn en het lumbosacraal radiculair syndroom (diagnostische triage).

Er is sprake van een ‘normaal beloop’ wanneer de activiteiten en participatie in de tijd gradueel toenemen (tot het niveau van voor de klachtenepisode). Vaak zal ook de pijn verminderen. Dit houdt niet in dat de lage rugpijn altijd geheel verdwijnt, maar dat de lage rugpijn het uitvoeren van activiteiten en participatie niet (meer) in de weg staat.

Zo stelt de manueel therapeut de diagnose:

  • Door het herkennen van specifieke kenmerken van de aandoening;
  • De manueel therapeut constateert dat er geen sprake is van een ernstige onderliggende oorzaak van de rugpijn;
  • De manueel therapeut constateert dat er géén sprake is van een specifieke oorzaak van de rugpijn;
  • De manueel therapeut constateert een bewegingsfunctiestoornis in de lage wervelkolom;
  • De manueel therapeut voert een spierkracht- en uithoudingsvermogen onderzoek middels de stabilizer uit.

Behandel opties:

1

Informeren en adviseren over de aandoening;

2

Mobilisaties en manipulaties van de wervelkolom;

3

Oefentherapie.

Iedere andere vorm van behandeling voor aspecifieke lage rugpijn bij een arts in het ziekenhuis wordt afgeraden omdat een gunstig effect van welke behandeling dan ook nooit is aangetoond.